Papers of John Adams, volume 12

From Jan Wynzouw, 26 April 1782 Wynzouw, Jan JA

1782-04-26

From Jan Wynzouw, 26 April 1782 Wynzouw, Jan Adams, John
From Jan Wynzouw
’S hagen den 26 April, 1782

Geeft Te kennen Jan Wynzouw, Burger en Ingebooren in deeze Provintie, Thans Schoolmeester alhier Voorheen By de ningotie,1 hebbende eene Goede kennis Van Laakenen en Stoffen ook Van Boekhouden en een nauwkeurige Trant Van Reekenen, zoo in France als Engelsche Goederen, maar kan niet dan Hollandsche Taal Spreeken, Waardoor ik Geen affaire Veel heb konne Slaage, en nu Wel Gaarne Wilde iets anders by de hand neemen het Zoude mijn ’t Zelve zyn Waar het ook Was indien ik met al myn Vleyd vroeg of Laat maar een ordentelyk bestaan met myn vrouw en 4 kinderen mogte hebben daar Van myn oudste zoon Reeds een bekwaam Chergyn knegt is, maar de 3 andere nog tot myne Last in Eenen benauwden Tyd, en Waar in ik niet anders als ziektens en Teegenheeden Gehad heb maar nu alle Gezond, maar nu is er byna Voor myn niet te Verdienen—Zoude UWE: Exelentie my Gunstig Ergens in het een of ander ook konnen Plaatzen Waar het ook zy al Was het in America. Wy Willen ons Vaderland onder Gods bewaaring Wel vaarwel Zeggen, ik heb Gehoord UWE: Exelentie Zulke Lieden Wel aan een Zaak Zoude konne helpen.

Het is myn niet te doen om een Groot man te zyn maar een Stuk broot Voor myn en myn kinderen ben ik ook nooyd te traag Geweest om Zulks te Verdienen als ik in omstandigheeden Was, heb ik myn Leeven niets Verzuymt, en zoude Gaarne al myn Vleyd aan Legge indien ik iets bestending konde bekomen Waar toe ik myn op het 465nedrigst in UW Hoog Wel Edle geboore Gunst Recommandere en naar Needere aanbieding. Myner Dienst noeme ik myn en ben met alle Hoogagting Geboore Heer UWE Exelentie Ootmoedige Dienaar

J: Wynzouw Schoolmeester onder de uylebomen

NB Zal de vryheyd nemen om Eens om bescheyd te komen.

Jan Wynzouw to John Adams: A Translation, 26 April 1782 Wynzouw, Jan JA

1782-04-26

Jan Wynzouw to John Adams: A Translation, 26 April 1782 Wynzouw, Jan Adams, John
Jan Wynzouw to John Adams: A Translation
The Hague, 26 April 1782

Jan Wynzouw, citizen and native to this province, presently schoolmaster here, formerly in trade,1 informs you that he, having a good knowledge of draperies and fabrics, as well as of bookkeeping and a precise sort of accounting, both in French and English goods, but who can speak nothing but the Dutch language, because of which I have not been able to succeed in any business, now really would like to try out something else. It would not matter to me where it would be if with all my diligence I could sooner or later achieve a decent living with my wife and four children, of whom my eldest son is already a competent surgeon’s assistant, but the other three are still my responsibility in hard times, and who have had nothing but illnesses and setbacks, but who now are all healthy, but now there is almost nothing for me to earn—Would your excellency be able to place me somewhere favorable wherever it would be even if it were in America. Under God’s protection we want to say farewell to our fatherland; I have heard that your Excellency would be able to help such folk in such a matter.

I do not intend to be a great man, but I have never been too slow to earn a piece of bread for my family and children when I had the chance, I have never been neglectful and would gladly and with diligence apply myself if I could get something permanent, for which I most humbly recommend myself to your honor’s favor, and further offering my service I call myself and am, with all respect, your honorable, nobly-born excellency’s humble servant,

J: Wynzouw Schoolmaster under the Owl Trees

N.B. Will take the liberty to come sometime for an answer.

RC (Adams Papers); endorsed: “not to be ansd”; docketed by CFA: “26. April 1782.”

1.

Possibly a mispelling of negotie, or trade, and translated as such.